STUDEERBAAR STUDIEMATERIAAL
  • Home
  • Structuur
  • Taal en spelling
  • ESD
  • Diversiteit
  • Downloads

Taal en spelling

Leesbaar lettertype: Calibri

Advies:
  • Gebruik voor je schriftelijk studiemateriaal een leesbaar lettertype. In de Arteveldehogeschool bestaat de afspraak dat voor alle publicaties Calibri gebruikt wordt volgens de huisstijlgids. Ook voor studenten met leesmoeilijkheden is dit schreefloos lettertype aangewezen.
  • De lettergrootte is minimaal punt 10 en maximaal punt 14. Wanneer het studiemateriaal digitaal wordt bezorgd, kunnen studenten het lettertype en -grootte aanpassen naargelang hun behoeften.
  • Voor kop- en voetteksten gebruik je best hetzelfde lettertype (Calibri), maar met puntgrootte 8.
  • Zwart op wit wordt veel beter gelezen dan tekst in kleur.
Foto

Spelling en taal

  • Vermijd woordafbrekingen of splitsingen op het einde van een regel. Wil je toch splitsen doe het dan op een correcte plaats en nooit aan het einde van een bladzijde.
  • Probeer oog te hebben voor de ideale regellengte. Geoefende lezers lezen een 65-tal tekens in 1 oogboog. Kortere regels lezen dus minder vlot omdat je minder tekst leest per oogboog.
  • Volg de officiële spelling 2005. De meeste woorden vind je terug in de Woordenlijst Nederlandse Taal, beter bekend als Het Groene Boekje.
  • Hanteer een consequente schrijfwijze voor woorden die niet in de woordenlijst staan.
  • Wijs de studenten op de schrijfwijze van veel voorkomende vaktermen in je syllabus.
  • Hanteer de Nederlandse standaardtaal. Dit is het Algemeen Nederlands.
  • Formuleer (tussen)titels en opsommingen uniform. Dit impliceert dat alle delen in dezelfde vorm moeten staan. Alle delen zijn vragen of mededelende zinnen maar geen combinatie van de twee. Als het eerste deel bijvoorbeeld met een lidwoord begint, moet dit voor de volgende delen ook zo zijn.
  • Zet alle werkwoorden in dezelfde vorm in de titel: infinitief, tegenwoordige tijd derde persoon of gebiedende wijs. Let ook op de hoofdletters.
  • Hou je zinnen kort. Kettingzinnen met veel bijzinnen zijn lastig voor de lezers. Maak van de lange zin één of meerdere kortere zinnen.
  • Vermijd tangconstructies. Bij zinnen in de tang staan woorden die bij elkaar horen ver van elkaar. Daardoor wordt het korte termijngeheugen van lezers onnodig belast. Bijvoorbeeld zo niet: ‘Economen, die hun analyse ook moeten richten op de processen tussen mensen, hebben te veel aandacht voor materiële zaken.’ Beter: ‘Economen hebben te veel aandacht voor materiële zaken. Ze moeten hun analyse ook richten op de processen tussen mensen.’
  • Schrijf zo weinig mogelijk naamwoordconstructies. Dergelijke constructies ontstaan als je zelfstandige naamwoorden gebruikt in plaats van werkwoorden. Naamwoordconstructies zorgen ervoor dat de actie uit de zin verdwijnt en zinnen langer worden dan nodig is. Gebruik ook beeldende werkwoorden in plaats van naamwoorden. Bijvoorbeeld schrijf niet: ‘Het bedrijf moet voor het vergroten van zijn marktaandeel zijn marketingplan drastisch wijzigen.’ Schrijf beter: ‘Het bedrijf moet zijn marketingplan drastisch wijzigen om zijn marktaandeel te vergroten.’
  • Gebruik actieve formuleringen. Probeer passieve constructies actief te maken of gebruik een ander werkwoord om de passieve constructie te omzeilen. Let wel, soms is de passieve vorm gepast, bijvoorbeeld als de handelende persoon niet bekend is of niet belangrijk is. Je schrijfstijl wordt ook meer aantrekkelijk als je af en toe een passieve zin gebruikt ter afwisseling van de actieve zinnen.
  • Spreek de lezer persoonlijk aan. Gebruik u of je en formuleer een zin af en toe in de gebiedende wijs. Vermijd het vage woordje ‘men’.
  • Voeg achteraan de syllabus een verklarende woordenlijst toe van vaktermen en academische woorden.
  • Gebruik geen te plechtige, archaïsche taal of schrijftaalwoorden. Ze komen onnatuurlijk, te formeel en gedateerd over en spreken daardoor de lezer nauwelijks aan.
  • Gebruik genderonafhankelijke taal.
Als docent heb je een voorbeeldfunctie en kan je pas een correcte taal van de studenten verwachten als je eigen taalgebruik feilloos is. Bovendien struikelen sommige lezers/studenten over verkeerde woordkeuzen en ongrammaticale zinnen.

Handig controlemiddel

Controleer je teksten op spelling en taal aan de hand van de Schrijfassistent van De Standaard. Plak je tekst in deze online tool en krijg feedback en tips over:

  • Spelling
  • Dt en co.
  • Taalalarm
  • Belgisch vs. Standaardtaal
  • Herhaling
  • Passief
  • Toon
  • Naamwoordstijl 
  • Taaltips en uitspraak
Foto
Ga naar de schrijfassistent van De Standaard

Achtergrondinformatie

Leesbaar lettertype
Wheildon, C. (2005). Type & Lay-out, Are you communicating or just making pretty Shapes? Hastings: The Worsley Press.

Spelling en taal
www.vrttaal.net/taalkwesties. Hier vind je een databank met 3.200 taalkwesties, fouten en twijfelgevallen.
www.taaladvies.net. Als je een antwoord wilt op een vraag over taal of spelling, kan je kijken of je vraag al in de taaladviesbank opgenomen is.
Giezenaar, G. & Schouten, E. (2002). Wijze woorden. Woordenlijst Academisch Nederlands met idioomoefeningen. Antwerpen: Intertaal.
www.woordenlijst.org Het Groene Boekje online.
Sandra, D. et. al. (2000). Hij drinkt niet altijd ‘t’ en ik drink er soms wél. Bronnen van hardnekkige werkwoordfouten in het Nederlands. In Gillis, S. (ed.). Met taal om de tuin geleid (pp. 282-296). Wilrijk: Universitaire Instelling Antwerpen.
Vindevogel, T. (1999). Het juiste voorzetsel: Lexicon van het voorzetselgebruik in het Nederlands. Deurne: Wolters Plantyn.
ESD
Aangestuurd door Maak uw eigen unieke website met aanpasbare sjablonen.
  • Home
  • Structuur
  • Taal en spelling
  • ESD
  • Diversiteit
  • Downloads